Dit is waarschijnlijk een van de bekendste militaire helikopters. Deze gevechtshelikopter is wel omschreven als een vliegende tank, en wordt primair ingezet voor het vinden en vernietigen van militaire voertuigen (zoals echte tanks) en andere zwaar gepantserde gronddoelen. Er bestaan verschillende versies van de Apache. In de loop van de tijd zijn er telkens nieuwe soorten apparatuur aan het toestel toegevoegd. De eerste varianten van de Apache werden in de jaren ’70 geproduceerd in de Verenigde Staten. Het toestel wordt nu gebruikt door Israël, het Verenigd Koninkrijk, en ook door het Nederlandse leger. Ook Griekenland, Japan, Singapore en de United Arab Emirates gebruiken deze aanvalshelikopter. De Apache is zo succesvol dat het Amerikaanse leger meer dan 800 exemplaren bezit.

Missie

Door zijn zeer geavanceerde sensoren is de moderne Apache in staat om van enorme afstanden tanks te vinden en vervolgens te vernietigen. De helikopter vliegt meestal op een hoogte van 10.000 voet en heeft een topsnelheid van meer dan 200 km per uur. In zijn rol als tankjager blijft hij vaak laag bij de grond zweven, bij voorkeur achter dekkingen zoals een bomenrij, waar hij wacht op het juiste moment om toe te slaan. Daarvoor gebruikt het Hellfire-antitankraketten, ongeleide Hydra-raketten of het 30 mm boordkanon. De Hellfire-raketten die deze helikopter draagt zijn in staat om de allerzwaarste tankpantsers te doorboren. In deze raketten bevindt zich een kegel van een zacht metaal zoals koper. Als de raket een gepantserd doelwit raakt, dan wordt deze koperen kegel door een intern explosief veranderd in een vloeibare straal metaal dat dwars door tankpantsers heen kan dringen.

Mocht de jager zelf bejaagd worden, dan kan de Apache zich verdedigen door het uitwerpen van ‘chaff’ dat vijandelijke radar hindert, en het afschieten van lichtkogels die geleide raketten storen in het vinden van hun doel. Ook heeft het een zware bepantsering die licht vijandelijk vuur kan overleven.